Alles geregeld voor 1 vaste prijs Makkelijk online invullen Complete notariële akte

Kennisbank

Erfbelasting besparen met flexibel testament: een rekenvoorbeeld

Met een flexibel testament waarin een opvullegaat en een AWBZ-clausule zijn opgenomen, kan er op erfbelasting en zorgkosten worden bespaard. In dit artikel leggen we dit uit aan de hand van een eenvoudig rekenvoorbeeld.

Hieronder volgt een indicatief rekenvoorbeeld over hoe u zelf een inschatting kunt maken van de verschuldigde erfbelasting (ook wel successierechten), als één van u beiden komt te overlijden. De fiscale tarieven worden ieder jaar geïndexeerd. De meeste mensen weten niet wanneer zij komen te overlijden en hoeveel tijd er verstrijkt tussen het overlijden van beide partners. In dit artikel wordt uitgelegd hoe het opvullegaat en de AWBZ-clausule flexibel kunnen worden toegepast bij de aangifte erfbelasting, als u of uw partner overlijdt. Deze uitleg is waardevoller dan een exacte berekening van de te betalen erfbelasting, als een van u beiden nu zou overlijden. Als u de onderstaande berekening kunt volgen, snapt u dat het verstandig is om een flexibel testament met opvullegaat én AWBZ-clausule op te stellen. Als u hier vragen over heeft, neem dan gerust contact met ons op. 

Uitgangspunten voor het voorbeeld

  1. Als een van u beiden komt te overlijden, dan bedraagt de waarde van de erfenis € 300.000 (inclusief de waarde van de gezamenlijke woning minus de hypotheekschuld (de overwaarde)).
  2. U heeft samen twee kinderen (al dan niet meerderjarig).
  3. U overlijdt in 2024.
  4. De leeftijd van overlijden en de levensverwachting van de overblijvende partner zijn in onderstaande voorbeelden buiten beschouwing gelaten. Deze zijn fiscaal wel relevant. Hoe langer de levensverwachting van de langstlevende partner, des te lager waardeert de fiscus de niet-opeisbare vordering van de kinderen. De afgesproken rentevergoeding over de niet-opeisbare vordering van de kinderen speelt ook een rol. 

Onder dit artikel vindt u een filmpje waarin Marieken Selderijk, oprichter van NuNotariaat (voorheen NuTestament.nl), uitlegt hoe het opvullegaat werkt.

Variant 1:
U heeft allebei geen opvullegaat in uw testament opgenomen

Er zijn drie erfgenamen: uw partner en de twee kinderen. Alle drie erven zij op grond van de wet een gelijk deel van € 100.000. Uw partner maakt gebruik van de langstlevende regeling en hoeft niets uit te keren aan de kinderen. De kinderen krijgen een niet-opeisbare vordering op uw partner, de langstlevende regeling. De erfenis van uw partner is lager dan de partnervrijstelling. In 2024 was dit ruim € 795.000. Uw partner hoeft dus over de eigen erfenis geen erfbelasting af te dragen. De erfenis van de kinderen is groter dan de kind-vrijstelling van circa € 25.000 en daar is wel erfbelasting over verschuldigd. De wet bepaalt dat de langstlevende ouder deze erfbelasting moet betalen. De erfbelasting die moet worden afgedragen over de kindsdelen bedraagt circa € 15.000.

Berekening: € 100.000 minus € 25.000 = € 75.000, het belastingtarief is 10%, dus € 7.500 per kind. Er zijn twee kinderen in dit voorbeeld dus totaal is er € 15.000 verschuldigd.

Variant 2:
U heeft allebei een flexibel testament met een opvullegaat

Uw partner kan het opvullegaat gebruiken en daarmee de erfenis van de kinderen - bij de aangifte van de erfbelasting - verlagen tot het op dat moment vrijgestelde bedrag voor de erfbelasting. De kind-vrijstelling voor de erfbelasting bij uw overlijden bedraagt € 25.000 in 2024. De omvang van uw erfenis was € 300.000. Uw partner stelt de erfenis van de kinderen vast op € 25.000 per kind, dus samen € 50.000 zodat er geen erfbelasting is verschuldigd over de kindsdelen. Het restant van € 300.000 minus € 50.000 is kleiner dan de partnervrijstelling van € 795.000. Door toepassing van het opvullegaat is er geen erfbelasting verschuldigd na het eerste overlijden.

Betaling van erfbelasting zal bij het eerste overlijden in veel gevallen voorkomen kunnen worden, als het opvullegaat wordt gebruikt en de erfenis van de kinderen wordt verlaagd tot het vrijgestelde bedrag van € 25.000 en de erfenis van de partner niet boven de partnervrijstelling van € 795.000 uitkomt.

Variant 3:
U heeft allebei naast een opvullegaat, een AWBZ-clausule in het testament opgenomen

De AWBZ-clausule is ontstaan toen de eigen zorgbijdrage op grond van de AWBZ werd ingevoerd. Inmiddels heet deze regeling niet meer AWBZ, maar ‘Wet langdurige zorg’. De naam AWBZ-clausule is echter blijven bestaan. Als u de term WLZ-clausule of zorgbijdrage-clausule tegenkomt, wordt hier hetzelfde bedoeld. Lees hier meer: AWBZ-clausule.

De AWBZ-clausule is een opeisingsrecht van de kinderen. Zoals hierboven beschreven krijgen de kinderen bij het overlijden van de eerste ouder, alleen een niet-opeisbare vordering op de nog levende ouder ter hoogte van hun erfenis. De AWBZ-clausule in het testament bepaalt dat dit recht voor de kinderen opeisbaar wordt indien de langstlevende ouder in een zorginstelling wordt opgenomen. Op grond van de Wet langdurige zorg moet iemand die wordt opgenomen in een zorginstelling een eigen bijdrage betalen op basis van het vermogen en het pensioeninkomen. Een niet-opeisbare vordering van de kinderen valt binnen het vermogen van de langstlevende ouder doordat deze voor de kinderen niet opeisbaar is. De erfenis waar de kinderen dus recht op hebben, kan leiden tot een hogere eigen bijdrage voor de zorg. Nog wranger: als de langstlevende ouder lang in een zorginstelling verblijft, dan verdampt het gehele vermogen inclusief de erfenis van de kinderen als gevolg van de maandelijkse eigen bijdrage. Deze kan oplopen tot € 2.887 per maand in 2024 (www.hetcak.nl/rekenhulp), terwijl over de erfenissen van de kinderen destijds al erfbelasting is afgedragen. De AWBZ-clausule zorgt er dus voor dat de kinderen hun recht op de erfenis uit het overlijden van de eerste ouder kunnen opeisen.

Terug naar de uitgangspunten van het rekenvoorbeeld hierboven. Als u een AWBZ-clausule in uw testament heeft opgenomen, kunnen de kinderen hun erfenis (in de rekenvoorbeelden hierboven € 100.000 (variant 1) of € 25.000 (variant 2) met maximale toepassing van het opvullegaat) opeisen als de langstlevende ouder in een verzorgingsinstelling wordt opgenomen. Hiermee wordt mogelijk de eigen bijdrage voor de zorg verlaagd en wordt in ieder geval voorkomen dat de erfenis van de kinderen opgaat aan de verschuldigde eigen bijdrage voor de zorg van de langstlevende ouder.


Meer informatie


Back Naar kennisbank

Dit regel je met NuNotariaat

Vraag een gratis en vrijblijvend informatiepakket aan